‘Functioneel trainen’ bij krachtsport revalidatie: overgewaardeerd?

Zal functionele training zijn naam eer aandoen?

“Functionele training” is een van de meest gebruikte en verkeerd toegepaste termen op het gebied van revalidatie voor krachtsporters (en andere atleten). In deze korte blog lees je meer over dit onderwerp.

Functionele training vindt zijn oorsprong in de revalidatie. Fysiotherapeuten, ergotherapeuten en chiropractors gebruiken deze aanpak vaak om patiënten met bewegingsstoornissen te trainen. Interventies zijn ontworpen om taak- en context specifieke oefeningen op te nemen in gebieden die voor elke patiënt van belang zijn, met als algemeen doel functionele onafhankelijkheid.

Oefeningen die nabootsen wat patiënten thuis of op het werk deden, kunnen bijvoorbeeld in de behandeling worden opgenomen om hen te helpen terug te keren naar hun leven of werk na een verwonding of operatie. Dus als herhaaldelijk zwaar tillen vereist wordt voor een persoon in zijn sport of werk, richt de revalidatie zich op specifiek zwaar til werk. Dit zou als functioneel bestempeld kunnen worden.

Sindsdien heeft de trainingswereld er een marketingtool van gemaakt. Functionele training is dé manier om met krachtsport een fit en sterk lichaam te ontwikkelen. Oefeningen die slechts één enkele spier gebruiken, worden als niet-functioneel beschouwd. “Functionele oefeningen gebruiken altijd meerdere spieren en spiergroepen tegelijk” is wat je vaak terugleest op websites of blogs. Maar is het ook wel zo?


Functioneel trainen in context

Functioneel betekent in de letterlijke zin “het vervullen van een functie” en verwijst in de context van training naar de prestaties van je spieren en taken van je zenuwstelsel. Wat iets functioneel maakt is afhankelijk van ieders individuele doel en (lichamelijke) capaciteiten. Een oefening met functionele voordelen voor de ene persoon hoeft niet noodzakelijk voor een ander functioneel te zijn.

Bij pijnklachten wordt het nog een stuk complexer, doordat functie patronen die optimaal getraind zijn, disfunctioneel kunnen worden. Daarover lees je meer in deze blog.


“Functioneel trainen” bij krachtsport revalidatie

In onze optiek zijn de woorden “functionele training” al langer met pensioen. Er bestaat namelijk geen generiek programma wat aanduidt dat iets functioneel is of niet. Krachtsporters die vastlopen in training door blessure weefsel of pijnklachten bij bijvoorbeeld een squat, hebben vaardigheden, capaciteit en een bepaalde belastbaarheid nodig om deze taak volgens een (x) gewicht kwalitatief uit te kunnen voeren.

Laten we het volgende voorbeeld nemen: voor de (high performance) squat is basis basisbelastbaarheid in de keten vereist voor succes zoals ↓

  • Een basismobiliteit in onze gewrichten

  • Flexibiliteit in onze bindweefsels en spieren

  • Motorisch vermogen voor het nastreven van onze techniek

  • Kracht kunnen leveren rondom verschillende gewrichten als voorwaarde om stabiliteit te creëren

  • Goede voeding en nachtrust voor herstel

  • Sensorisch vermogen voor bepalen van de stand van onze gewrichten in een beweging bij het nastreven van de juiste cue’s

  • Enzovoorts.

Binnen (top) krachtsport ben je zo goed als je zwakste schakel
— Ruben

Wat training functioneel maakt is voor deze powerlifter of bodybuilder anders dan voor een allround weightlifter die óók een veldsport beoefent, waarbij krachten in rotatie, explosieve sprong vormen of andere basisprincipes van beweging en belasting van het lichaam nodig zijn. Bij deze sporter zou het bijvoorbeeld ‘functioneel’ kunnen zijn om ook rotatiekrachten in belasting te trainen, waardoor belastbaarheid & actie-reactie vermogen in deze rotatieposities kunnen gedijen op het veld. Mét of zonder knakkende gewrichten..

Ken jij een oefening binnen krachtsport, waarbij je de torso draait tijdens het leveren van weerstand? Als het goed is wordt dit zo veel mogelijk geminimaliseerd, om kracht output te maximaliseren. Bij revalidatie voor de krachtsporter kan het relatief zinloos zijn om ‘functioneel’ te trainen in rotaties. In krachtsport werken we juist op anti-rotatie, waarbij de krachtsporter tijdens bench, squat en deadlift vormen maar ook tijdens pulldowns, rows of dumbell presses, juist op antirotatie patronen werken in de symmetrie.


Conclusie

Laten we met elkaar afspreken dat we, afhankelijk van ieders individuele doel, bepalen of iets bijdrage levert aan een persoonlijk doel of aan de individuele capaciteit die iemand (eventueel) mist. Waar in de squat voor een high performer een schakel wordt gemist in de keten voor belastbaarheid, zal dit over langere tijd een gevolg hebben voor de zwakke schakels in de keten.

Aandringen op het gebruik van deze term is een klassiek geval van het onnodig opnieuw uitvinden van het wiel. Daarom is er geen reden om trainingsprogramma's voor lichaamsbeweging te classificeren als functioneel. Krachtsport, powerlifting en bodybuilding zijn ontzettend functioneel, wanneer je een oefening doet in de juiste context tot het te behalen einddoel. Of je binnen een revalidatie aan je kracht, explosieve kracht, uithoudingsvermogen of flexibiliteit werkt.. Of dit binnen een bepaald leerproces motorisch wil verbeteren, load management, stress/herstelvermogen of lekken in de zenuw-spier balans valt.. ↓

Functioneel is uiterst context gebonden en altijd afhankelijk van de grootste behoeften van de atleet, soms op zijn zwakste schakel, wanneer er blessure vorming of pijnklachten optreden. Een samenvatting van het woord “functionele training” zou kunnen zijn:

"functionele eigenschappen van skeletspieren en de methoden voor oefeningen/training die voor het ontwikkelde einddoel zijn gebruikt”

Bedankt voor het lezen.


Vorige
Vorige

De heup buigers: dé minst getrainde spiergroep bij de krachtsporter

Volgende
Volgende

HET VERSCHIL EN DE OVEREENKOMSTEN TUSSEN BLESSURES EN PIJNKLACHTEN