PERSOONLIJKHEID EN JE ADVISERENDE ROL IN DE ZORG: DE REDEN WAAROM JE GEEN RESULTAAT HAALT MET JE CLIËNT (PART 2)

In deel 1 van deze blog heb je gelezen over de theorie achter persoonlijkheid en waarom je bij verschillende mensen een verschillende aanpak wil toepassen. Als je deze nog niet hebt gelezen, raad ik je aan om hier eerst naar te kijken.

In deze blog leer je over de toepassing van coaching en communicatie bij het bieden van hulp aan verschillende soorten persoonstypen in de praktijk. Wanneer geef je informatie? Wanneer niet? En waarom? Lees verder..


Tegenstellingen: van persoonlijkheid naar temperament

Van nature past één van de twee tegenstellingen het best bij een persoon. Dit model ontkent hierin niet de invloed van de omgeving (nature & nurture is dus ook hier weer van toepassing). Mensen kunnen altijd nog anders handelen dan hun natuurlijke voorkeuren. 

Als er voor een persoon voor elk van de vier tegenstellingen eentje gekozen zou moeten worden, kunnen er zestien verschillende combinaties worden gevormd.

Op basis van het combineren van de tegenstellingen zijn vier verschillende temperamenten gebaseerd. Elk van de vier temperamenten begint met twee van de hierboven gekozen tegenstellingen. Zo onderscheiden we in deze versimpelde versie de volgende vier temperamenten:

1. Vaklui - zintuiglijk en afwachtend (32%)

Zijn spontaan, impulsief ingesteld en op het hier en nu gericht. Ze kenmerken zich ook doordat ze risico durven te nemen en kunnen improviseren. Maken graag gebruik van de vrijheid om impulsief of spontaan te handelen en daar invloed op te hebben.

2. Wachters - zintuiglijk en oordelend (46%)

Zijn gestructureerd, precies, verantwoordelijk, betrouwbaar en voorzichtig. Het zijn vaak de sporters die deel uit willen maken van een team en hier de verantwoordelijke rol in vervullen. Ze zijn loyaal en niet vies van hard werken.

3. Rationalisten - intuïtief en denken (8%)

Zijn theoretisch ingesteld, kritisch, analytisch, perfectionistisch en sceptisch. Ze willen graag grip hebben op zichzelf, kennis vergaren en veel begrijpen en zich daarmee vooral competent (bekwaam) voelen.

4. Idealisten - intuïtief en voelen (14%)

Zijn betrokken, waarderend, invoelend, inspirerend, lichtgelovig en zoeken naar harmonie. De eigen (unieke) identiteit is hier belangrijk en diegene vindt vaak zingeving in zelfontwikkeling.


Oké. Maar hoe stem ik daar dan mijn manier van ‘doelen stellen’ op af?

BIJ Vaklui

Voor vaklui (zintuiglijk en afwachtend) wordt het stellen van korte termijndoelen het meest gunstig geacht, omdat er zo direct resultaat zichtbaar is. Binnen revalidatie of je gespreksvoering is het belangrijk dat je bij deze krachtsporters met kortere subdoelen werkt. 

Vertel ze niet te veel over je plannen, methodieken of wetenschap. 

Mogelijk wil je deze persoon niet belasten met te veel inzicht in je lange termijnplan. Zij halen succesbeleving uit het behalen van korte termijndoelen. Vervolgens stel je een nieuw doel.

Bij wachters

Bij wachters (zintuiglijk en oordelend), is het stellen van midden lange termijndoelen juist enorm belangrijk. Daarnaast is het ook handig om deze doelen zorgvuldig te formuleren. 

Probeer om Shared Decision Making toe te passen (SDM). Ook bekend als samen beslissen. 

Hier nemen jij als professional én de cliënt samen een besluit welke richting, methodieken of variabelen het beste passen. Als professional bespreek je samen de voor- en nadelen van bepaalde keuzes en de mogelijke gevolgen hiervan. De wachter maakt bewuster een keuze en zal trouwer zijn aan het midden lange termijndoel.

Bij Rationalisten

Rationalisten (intuïtief en denken) daarentegen werken liever met lange termijndoelen. Zij willen precies weten waar ze aan toe zijn. Het liefst stap voor stap. Maak je keuzes als professional transparant en inzichtelijk. Vertel ze ook waarom je deze keuzes maakt bij het werken naar een doel, binnen een doelgericht (behandel)plan. 

Rationalisten zijn vaak gevoelig voor controle en houvast. Intuïtief en gedachten zullen uiteindelijk een belangrijk onderdeel zijn van het winnen van vertrouwen.

Bij Idealisten

Idealisten (intuïtief en voelen) gaan beter om met directe doelen. Leg gerust extra nadruk op de autonomie van deze cliënt: het zelf beslissende vermogen. Dus de krachtsporter heeft de overtuiging, dat hijzelf de bepalende factor is voor de uiteindelijke prestatie of het behalen van succes. Je bent als hulpverlener of als professional meer in een coach gerichte rol dan in een direct leidende rol.


Hoe zit het dan met feedback geven?

Waar vaklui niet te veel uitleg willen, verlangen wachters vaak naar specifieke feedback over bepaalde resultaten. Het liefst zo concreet en gedetailleerd mogelijk. Rationalisten zijn analytisch ingesteld en gaan dus beter op feiten en data, maar minder op persoonlijke details. Idealisten worden het liefst zo veel mogelijk erbij betrokken en willen vaak zelf meedenken.

Vaklui en wachters zijn dus meer gericht op concrete en gedetailleerde informatie. Rationalisten en idealisten zijn meer op het hele plaatje afgesteld; zij kijken meer naar het geheel.

Vanuit deze versimpelde versie zijn er vier invalshoeken. Als professional is het belangrijk dat je kunt omgaan met alle vier de temperamentstypen, om de kernbehoeften van je cliënt te vervullen. Het is dus niet alleen belangrijk om zelf als coach inzicht te krijgen in je eigen functioneren, maar het is ook heel belangrijk om je atleten goed te leren kennen. Dit kan helpen bij beslissingen over hoe je bepaalde inzichten of plannen communiceert.


Hoe lager het niveau van neurotisch gedrag bij een (kracht)sporter is, hoe hoger de kans om geclassificeerd te worden als sportkampioen of succesvol zijn. Topsporters zijn waarschijnlijk beter bestand tegen verschillende stressoren dan hun neurotische / nerveuze leeftijdsgenoten. Topsporters hebben vaak een hoger level aan extravertheid, zijn het makkelijker eens en zijn gewetensvoller. Het is dus belangrijk om te weten dat een laag niveau van neurotisch gedrag een persoonlijkheid bepalende factor kan zijn voor wel of geen succesvol sportresultaat. Waar neurotisch gedrag heerst, zal afleiding gerichte coping vaker vanuit emotie domineren. Daarnaast zijn deze mensen minder ‘open’ in communicatie waardoor je als gezondheidsprofessional relevantie informatie kan missen. Iemand die emotie gerichte coping hanteert, zoekt afleiding, probeert te ontspannen, gaat met iemand praten of spreekt zichzelf moed in

Aangezien krachtsport een sport is waar men vanuit een diepe intrinsieke motivatie werkt naar een doel op zeer autonome wijze, is het extra belangrijk dit gedrag te signaleren bij een cliënt met een blessure voor iedereen die met een krachtsporter met een hulpvraag werkt. De reden?

A: Hierdoor kunnen we beter bepalen hoe we iemand sturing en zingeving kunnen geven tijdens & na een blessureperiode

B: Veel krachtsporters zijn gewend om vanuit onafhankelijkheid zelfstandig te werk gaan en om eigen keuzes te maken

Het kan dus nuttig zijn voor krachtsporters die hoog scoren op neurotisch gedrag, professionele hulp in te schakelen om effectievere coping strategieën toe te passen. Om van krachtsporters met eventuele angsten of onzekerheden na een blessurefase - kampioenen te maken.


CONCLUSIE

De ene persoon heeft meer behoefte aan vrijheid dan de andere persoon. Waar de andere persoon niets heeft aan context en informatievoorziening, wil de ander dit precies van je weten. Echter, als het gedrag volledig vrij is, zonder een structuur die zorgt voor het ontwikkelen van competentie binnen een sportrevalidatie en zonder een professional die betrokken is, dan zou volgens de self determination theory alleen voldaan worden aan autonomie. 

Autonomie is een belangrijk onderdeel binnen het behalen van doelen. De mate waarin dit belangrijk is, is dus afhankelijk van persoonstypen. Competentie en verbondenheid mogen niet gemist worden. Als professional is het dus belangrijk om autonomie van de sporter te ondersteunen; dit doe je door de sporter serieus te nemen, gevoelens te erkennen en ruimte te geven voor eigen beslissingen.

Een goede omgang is het verschil tussen duurzaam resultaat behalen of je trucje uitvoeren vanuit kennis en ervaring. Het kan het werkplezier van jou als professional verhogen terwijl je slagingskans op het behalen van doelen groter wordt. Wat uiteindelijk een significante invloed heeft op het eindresultaat.

Charlotte Jongenotter: student bewegingswetenschappen, expert in sportpsychologie & trainer.


Ontvang wekelijks tips om te leren over blessurevrije krachtsport ↓

Vorige
Vorige

Het schiet in mijn rug tijdens het trainen, en nu? De non-bullshit guide voor de krachtsporter met acute rugpijn.

Volgende
Volgende

PERSOONLIJKHEID EN JE ADVISERENDE ROL IN DE ZORG: DE REDEN WAAROM JE GEEN RESULTAAT HAALT MET JE CLIËNT (PART 1)