PERSOONLIJKHEID EN JE ADVISERENDE ROL IN DE ZORG: DE REDEN WAAROM JE GEEN RESULTAAT HAALT MET JE CLIËNT (PART 1)

Persoonlijkheid van je cliënt in relatie tot je ADVISERENDE ROL in de zorg: jouw vergeten schakel TIJDENS HET BIEDEN VAN ZORG

Het ‘beste’ advies is niet altijd weggelegd voor iedere cliënt.. En niet iedere cliënt zal de noodzaak voelen om gedrag te (willen) veranderen. Gedrag kan soms leiden tot het maken van keuzes die niet helpen om te herstellen van blessures of pijn. Lees hierbij ook: te herstellen na zware training. Revalidatie & recovery na training is namelijk een continu proces.

Ik zeg altijd tegen mijn cliënten: “je consult begint pas écht als je vandaag de deur uit loopt en je in de wijde wereld van de gym, je externe omgeving en je relaties bevindt” Laten we het objectief houden: welke invloed kunnen wij écht uitoefenen op een individu als gezondheidsprofessional? 

Wij zien een cliënt maximaal zo’n 1 uur in een consult, tijdens een training of in een coach gesprek. Er zijn dan nog 167 andere uren in een week over.. En dan?

Elke cliënt met een hulpvraag en eenzelfde soort klacht kan mij compleet verbazen, wat betreft de individuele manier van aanpak, gespreksvoering en overtuigingen. We zullen goed naar de woorden ‘achter’ de woorden moeten leren luisteren om dit te gaan herkennen. 

Daarbij is het ontzettend belangrijk om ons te realiseren dat onze rol mogelijk niet zo pro-actief is, als het gaat om uitoefenen van invloed op het interne milieu van je cliënt. We gaan de cliënt snel voorbij met onze goedbedoelde adviezen, behandelstrategieën of oefeningen die de fix moeten zijn. 

Hoe kunnen wij zo goed mogelijk inspelen op het referentiekader van de cliënt? En waar baseer je je aanpak op? Kunnen wij echt een probleem oplossen voor een cliënt in 30/60 minuten tijd? Wat gebeurt er in de andere 23 uur in een dag?

Er zitten 168 uren in een week, 730 uren in een maand, 8765 uren in een jaar… De potentiële ‘oorzaak’ van een blessure of pijn is dus vaak niet direct te benoemen..


Advies: wanneer helpend, wanneer bedreigend?

Goed bedoelde adviezen.. Het kan hetzelfde betekenen als falen op het gebied van gedragsverandering. In dit artikel gaan we in op persoonlijkheid. Het doel van dit artikel? Jouw kennis kan pas ‘waardevol’ of ‘geldend’ voor een cliënt zijn, als we zelfregie stimuleren en de cliënt met persoonlijke eigenschappen op een individuele manier benaderen, zodat onze adviezen zinvol zijn. 

Het is eerder aangetoond dat persoonlijkheid van een individu bepalend is voor pijn. In dit artikel maken we tevens de koppeling tussen persoonlijkheden en coachingsvaardigheden bij revalidatie. 

Welke rollen zet jij in als professional wanneer je een cliënt helpt? Coachend, teachend of als trainer? En waarom stem jij je aanpak af op de rol die je aanneemt? Hoe stel je doelen afhankelijk van persoonlijkheid?


Waarom je bij verschillende mensen een verschillende aanpak wil toepassen

Als professional wil je maatwerk leveren bij het revalideren van blessures. Ondanks dat we de beste wetenschap toepassen met de best onderzochte methodieken, om pijn of een blessure op te lossen, blijven resultaten soms uit.. Hoe kan dat!?

Dat er geen ‘one size fits all’ benadering bestaat in de omgang naar cliënten toe is je mogelijk al duidelijk. Al is het belangrijk om je cliënt te leren kennen en daarop te anticiperen. Dit doe je o.a. door in gesprek te gaan en door te zoeken naar patronen die invloed hebben op de aanwezige symptomen of klachten van het lichaam; de boodschap achter de klacht. Het brein is immers het aansturingsmechanisme van ons lichaam, net als ons gedrag en onze perceptie: hoe we over dingen nadenken en de keuzes die we maken.

Waar communicatie de voorwaarde is (dit lees je in ‘deze’ blog), is het enorm belangrijk om niet alleen maar vanuit je eigen ervaringen te denken óf alles over één kam te scheren. We hebben namelijk kennis over de omgang met verschillende typen personen. Dit is geen diepe psychologie - maar met deze extra basiskennis leer jij hoe je met verschillende typen personen omgaat.

Helaas is het niet een kwestie van simpelweg een paar hokjes aanvinken om erachter te komen wat voor soort type persoon iemand is, en hoe je hier dus het best mee om kan gaan. Dit vergt veel tijd en energie van jou als professional. Echter, naarmate je meer weet, ga je dit ook meer toepassen.

TYPOLOGIEËN

Om simpel te beginnen kennen we vier typologieën. Een typologie is een onderverdeling op basis van bepaalde kenmerken. In dit geval van een groep personen: de krachtsporter met pijn.

Een typologie kunnen we koppelen aan begrippenparen. Hier komen ze.

1. extraversie/introversie

Voorkeur voor richten van aandacht en ontvangen van stimuli: hoe iemand zijn aandacht richt en hoe diegene het liefst gestimuleerd wordt met zijn of haar omgeving. Kenmerken bij introversie is de gerichtheid op de binnenwereld, energie krijgen van het op jezelf zijn, rustig en bedachtzaam zijn. Waar extraversie bestaat uit gerichtheid op de buitenwereld, het energie krijgen van gezelschap, spraakzaam en open zijn.

De belangrijkste reden om een inschatting te maken tussen deze twee uitersten zit in je gespreksvoering: de manier waarop je vragen stelt en je wijze van advies geven. Mogelijk hebben de verschillen tussen extra- en -intraversie invloed op resultaten?

Een belangrijk en bekend persoonlijkheidsmodel die we kunnen hanteren is het BIG five model van persoonlijkheid. Hoewel er nog relatief weinig onderzoek is gedaan naar de BIG FIVE persoonlijkheidsfactoren in relatie tot revalidatie, is het toch belangrijk er meer van te weten. 

De reden hiervan? Ze hebben een relatie met gezondheidsgedrag.

BIG FIVE zijn: nauwgezetheid, aangenaamheid, neuroticisme, openheid en extraversie. In deze blog gaan we hier niet dieper op in gezien we de koppeling naar ‘gezondheidsgedrag’ willen maken. Lees verder!

In het algemeen is neuroticisme negatief gecorreleerd met gezondheidsgedrag, en zijn de overige vier factoren positief gecorreleerd met gezondheidsgedrag. Voorkeuren voor één van de twee uitersten spelen een belangrijke rol in de persoonlijke ontwikkeling van een persoon.


2. Denken/voelen

Voorkeur in beslissingen nemen: op basis van rationeel denken of op basis van gevoel. Ieder mens kan denken / voelen en uiteindelijk: doen. Wat sommige mensen niet beseffen is dat we de meeste tijd doorbrengen met onze eigen gedachten. Het is dus belangrijk om iets te weten over wat er in de gedachten omgaat van iemand met pijn of een blessure, en te herkennen wat deze persoon hierbij voelt. Dit heeft uiteindelijk een uitwerking op het gedrag.

Vaak gaan onze gedachten erg snel. Hierdoor trekken we soms conclusies gebaseerd op eigen ervaringen die niet stroken met de realiteit. We zien dit vaak bij mensen die lang pijn hebben en niet de juiste methodieken toepassen. Dit gaat soms gepaard met beperkende overtuigingen door bijvoorbeeld eerdere persoonlijke ervaringen, ervaringen met relaties, intenties en sociaal culturele waarden.. In relatie tot het voelen van pijn of bij een blessure een enorm belangrijke schakel naar het gedrag wat iemand vertoont.


3. Waarnemen / intuïtie

Voorkeur in informatie opnemen: zintuiglijke waarneming of op intuïtie. Voordat we bewust waarnemen, heeft onze intuïtie al geoordeeld. Intuïtie wordt in de psychologie ook wel omschreven als impliciete (of onbewuste) ingevingen, als gevolg van bepaalde gedachtegangen en waarnemingen. Dit in tegenstelling tot het bewuste of expliciete kennen en waarnemen. Mogelijk helpen intuïtieve ingevingen de mens om in complexe situaties een beslissing te nemen. Dit komt onder andere omdat er hierbij in mindere mate een beroep wordt gedaan op de beperkte capaciteit van onze hersenen. Intuïtieve ingevingen hoeven echter niet altijd tot de juiste beslissingen te leiden. We zien dat motivatie en doelgerichtheid een belangrijk onderdeel kunnen zijn om niet intuïtief te handelen bij pijnklachten. We kunnen ons lichaam met bepaalde overtuigingen ver drijven.


4. OORDELEN / AFWACHTEN

Voorkeur in manier van leven: oordelend of afwachtend. Een oordeel zegt iets over hoe de sporter de wereld beschouwt. Het is zijn/haar persoonlijke waarheid die voortkomt uit de eigen situatie, dus gezien vanaf zijn/haar perspectief en het referentiekader. Door te oordelen ontstaan emoties, die zowel positief als negatief kunnen zijn, op het moment dat je iemand advies geeft of wil coachen in het opvolgen van bepaalde adviezen. Een oordelend iemand kan kraakheldere verwachtingen van jou hebben. Mogelijk is het verstandig om iemand te vragen wat deze verwachtingen zijn.

Wanneer je verwachtingen duidelijk afstemt kan je realistisch naar een sport- of revalidatiedoel toe werken. De afwachtende persoon zal meer context of informatievoorziening nodig hebben om tot actie over te gaan.


Dit was deel 1 van de blog. In deel 2 gaan we dieper in op de praktische toepassing van deze kennis. Deel 2 van deze blog vind je HIER.

Charlotte Jongenotter: student bewegingswetenschappen, expert in sportpsychologie & trainer.


Ontvang wekelijks tips om te leren over blessurevrije krachtsport ↓

Vorige
Vorige

PERSOONLIJKHEID EN JE ADVISERENDE ROL IN DE ZORG: DE REDEN WAAROM JE GEEN RESULTAAT HAALT MET JE CLIËNT (PART 2)

Volgende
Volgende

5 mythes: waarom de krachtsporter pijn blijft voelen tijdens of na een blessure